Een recept dat ik graag nog eens wilde maken waren de Zweedse kaneelbroodjes. Misschien is het al zo’n 10 jaar geleden dat ik het noteerde en we het gemaakt hebben. Ze zijn heerlijk tijdens bijvoorbeeld een uitgebreide lunch. Voor ons was het dit jaar de paasbrunch. Je kunt de broodjes prima een dag van te voren al bakken, houd ze wel uit het zicht van de kinderen!
Deze broodjes zijn zo waanzinnig lekker dat ik hoopte dat ze de paastafel nog zouden halen.
Het nadeel van oude recepten die je al lang niet meer gemaakt hebt, is dat je niet precies meer weet hoeveel het was, toen. Het zou een recept voor 10 broodjes zijn. Nu vond ik het al vreemd dat daarvoor 850 gram bloem nodig was, een halve liter melk en een heel pakje roomboter, maar op de een of andere manier viel dat kwartje niet.
Voor het maken van de vulling maakte ik dankbaar gebruik van mijn keukenhulpje, hiermee is zoiets een fluitje van een cent.



Intussen rees het deeg bijna de kom uit en bij het uitrollen kwam ik er al achter dat er iets niet helemaal klopte.
Bij de tweede rijs vulden de broodjes het hele bakblik en het woog dus duidelijk wel 1,5 kilo of nog meer. Tijdens het bakken werden ze nog een beetje groter, het leek uiteindelijk wel alsof ik een vloerbrood gebakken had met de afmeting van een bakblik.
Al met al, voldoende kaneelbrood voor een heel groot gezin. Toen ze genoeg afgekoeld waren hebben we er gelijk een geproefd, ze waren heerlijk!
Na de lunch heb ik wat broodjes weggegeven, een deel ingevroren en wat nog overbleef hebben we in drie dagen tijd opgegeten.
INGREDIËNTEN
(Het recept is gehalveerd, dus voor 10 broodjes)

Voor het deeg:
- 425 g tarwebloem
- 250 ml melk
- 75 g roomboter
- 6 g gedroogd gist
- 60 g suiker
- 1/2 tl zout
- 1/2 tl kardemompoeder
- 1 ei, losgeklopt om de broodjes mee te bestrijken
- grove “grein” suiker om over de broodjes te strooien

Voor de vulling:
- 75 g amandelen
- 75 g suiker
- 50 g boter
- 4 tl kaneel
- 2 el water

BEREIDING
Begin met het deeg: verwarm de melk en de boter in een pannetje(of in de magnetron) tot handwarmte. Voeg gist, suiker, zout en kardemom toe en meng. Doe de bloem in een kom en maak een kuiltje. Giet hierin de melk en meng tot een soepel deeg. Dek de kom af met plastic en laat het deeg 30 min. rijzen tot het verdubbeld is.
Verwarm de oven voor op 200 graden.
Maak intussen de vulling: amandelen en suiker in de keukenmachine malen.


Heb je geen keukenmachine hak de amandelen dan fijn met een mes. Het hoeft geen poeder te worden, het moet nog wat bite hebben. Dan de boter, kaneel en het water toevoegen en goed met elkaar vermengen.

Bestrooi je werkblad met bloem. Neem het deeg uit de kom, druk de lucht er uit en rol dan tot een rechthoekige plak van ca. 1/2 cm dikte. Smeer de vulling over de helft van de deegplak uit en vouw dubbel.
Snijd 10 smalle repen uit het deeg en rol deze op tot een cirkel. Bekleed een bakplaat met bakpapier en leg de broodjes erop. Dek af met plasticfolie en laat ca. 20 minuten rijzen.
Bestrijk de broodjes met het losgeklopte ei, strooi er de greinsuiker over en bak 15 minuten in het midden van de oven tot ze gaar zijn.
2 thoughts