
Het is al jaren zo… Een feest is geen feest als er geen zelfgemaakte appeltaart op tafel staat. Als ik heel eerlijk ben, vind ik mijn eigen appeltaart ook het lekkerst. Voor mij staat of valt een appeltaart met de keuze van een zure appel zoals Goudrenetten of Cox en eventueel Elstar. Rozijnen komen er overigens ook niet in, want het is een APPEL-taart.
Wil je graag rozijnen of krenten toevoegen, dan kan dat natuurlijk prima! Noten zijn er vaak ook lekker in, of een laagje amandelschaafsel ter decoratie.


Welke appels kies je voor appeltaart?
De standaard appel voor appeltaart is de Goudrenet of Cox. Dit zijn zure moesappels, die zacht worden tijdens het bakken. Heb je deze appels niet (of zijn ze niet in het seizoen), neem dan een andere zure appel zoals bijvoorbeeld Elstar.
Jongste dochter vierde haar verjaardag en vroeg om appeltaart. Daarom heb ik bij wijze van uitzondering oogstappels (Delbar) gebruikt, een frisse, erg zure appel, die ook geschikt is voor het maken van appelmoes. De smaak is prima, al moet het gezegd dat de appels meer vocht bevatten dan goudrenetten. Met als gevolg dat de bodem sneller wat zachter wordt dan met goudrenetten het geval is. Maar als alternatief in de zomermaanden zeker niet slecht!
Nog een tip vooraf: om te voorkomen dat al het vocht van het fruit in de bodem trekt, kun je een laagje paneermeel over het deeg strooien voordat je de appels erover verdeelt. Het paneermeel absorbeert het vocht van de appels. Een andere mogelijkheid is om een lepel maizena door de appels te mengen. De maizena neemt het vocht op en stolt iets tijdens het bakken.
Recept: Klassieke appeltaart
Gebak Voor ca. 10-12 personen | ||
Voorbereiden: 20 minuten | Bereiden: 30 minuten | Totale tijd: 2,5 uur |
INGREDIËNTEN
Voor het deeg:
- 300 g zelfrijzend bakmeel
- 200 g roomboter (ijskoud) in blokjes gesneden
- 160 g witte basterdsuiker
- 1 el vanillesuiker
- 1 losgeklopt ei
- snufje zout
Voor de vulling:
- 1 kg goudrenetten (of een andere zure appel)
- 2 tl kaneel
- 1 el citroensuiker
- suiker
Benodigdheden:
- plasticfolie
- deegroller
- springvorm
- bakpapier
BEREIDING
Meng alle droge ingrediënten en voeg de boter en het losgeklopt ei toe. Meng met koele handen snel tot een samenhangend deeg. Verpak in plasticfolie en leg een half uur in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 180oC (160oC hetelucht).
Schil de appels, verwijder het klokhuis en snijd in 8 parten en deze weer elk in drieën. Snijd de appels niet in al te kleine of dunne plakjes, want dan wordt het appelmoes! Meng de appelblokjes in een kom met de citroensuiker, kaneel en ca. 4-5 el suiker. De hoeveelheid suiker is afhankelijk van de zuurte van de appel én wat je lekker vindt natuurlijk.
Kwast de bodem van de springvorm grofweg in. Leg op de bodem een vel bakpapier en beboter dit ook. Haal het deeg uit de koelkast. Rol het deeg uit tot een ronde lap van ca. 1/2 cm dikte. Als het niet lukt de deeglap heel te houden, dan kun je gerust met stukken werken. Druk de randen dan wel goed dicht zodat er geen kieren ontstaan. Maak de opstaande deegrand tot ongeveer tot 2/3 van de hoogte van de rand van de vorm.
Bestrooi het deeg eventueel met een laagje paneermeel of meng een lepel maizena door de appels.
Verdeel de appels in de springvorm. Vorm van het resterende deeg rolletjes en leg ze in ruitvorm over de taart.
Bak 70 – 80 minuten in het midden van de oven.
Laat de taart in de vorm afkoelen.
Hoeveelheden voor een kleine maat springvorm van 18 cm:
- 200 g zelfrijzend bakmeel
- 135 g roomboter
- 100 g suiker
- 1/2 el vanillesuiker
- 1/2 losgeklopt ei (andere helft kun je gebruiken om de bovenkant te bestrijken)
- klein snufje zout
- 750 g goudrenetten
- 1/2 el citroensuiker
- 50 g suiker
- 1 tl kaneel

Hoeveelheden voor een bakplaat (ca. 20 stukken):
Gebruik de hoeveelheden deeg zoals voor de grote springvorm aangegeven. Dit is voldoende voor een bakplaat. Voor de vulling heb je natuurlijk ook iets meer nodig. Je kunt er ook voor kiezen om ander fruit erbij te gebruiken, zoals bijvoorbeeld pruimen, kersen of blauwe bessen.
Maak een kruimeldeeg. Meng hiervoor 250 g zelfrijzend bakmeel met 125 g rietsuiker en 160 g koude boter in blokjes met een snufje zout. Wrijf de boter fijn tussen je handen tot grove kruimels.
Van de hoeveelheden voor een kleine appeltaart hield ik nog deeg over. Hiervan heb ik “zandkoekjes” gebakken. Een lekkere traktatie voor bij de koffie!

Pin deze foto van de Klassieke appeltaart
Wil je het bericht opslaan? Bewaar deze foto dan op Pinterest, dan heb je hem altijd bij de hand.
