Frittata met champignons en paprika

Zoals begin september al geschreven (zie blogpost) is frittata (klinkt toch beter dan omelet) perfect vakantie-eten al was het maar omdat je dan maar één gaspitje nodig hebt. Met vers brood en een groene salade erbij heb je ook snel een volwaardige maaltijd.
Je kunt in een frittata makkelijk al je restjes groente kwijt, of aardappelen, pasta. En natuurlijk smaakt het ook heerlijk als lunchgerecht.

Wat vinden we ervan?
Lekker! Door te kiezen voor groene paprika en toevoeging van een stukje droge worst krijgt de frittata wat meer pit. De groenten en champignons heb ik vooraf gebakken, zodat ze wat van hun vocht verliezen.
Heb je geen zin in geknoei met een koekenpan, dan kun je de frittata ook altijd in de oven bakken (op 180 graden). De oventijd is afhankelijk van de ingrediënten en of je vers of restjes gebruikt natuurlijk.

Wat heb je nodig (2 personen):
4 eieren
250 gr kastanjechampignons
1/2 groene paprika (zijn iets pittiger van smaak, de rode iets zoeter)
1/2 witte ui
1 grote vleestomaat of coeur du boeuf
verse peterselie
olijfolie
peper en zout

Vleesliefhebbers kunnen er nog 50 gr in stukjes of plakjes droge worst (of bijv. salami, chorizo) aan toevoegen. Maar echt nodig is het niet.

Hoe maak je het:
Snijd champignons in plakjes, paprika en tomaat in kleine stukjes, de ui snipperen.

Verhit in een ruime koekenpan een scheutje olijfolie. Fruit de ui ca. 1 minuut op middelhoog vuur, voeg de paprika toe en laat 2 minuten bakken. Voeg dan de champignons toevoegen en laat ca. 5 minuten bakken tot het vocht zo veel mogelijk verdampt is. Dan tomaatstukjes toevoegen, 2 minuten laten bakken. Strooi er peper en zout over (houd rekening met het zoute van de worst als je deze toevoegt).
Klop de eieren los met wat peper en zout en voeg toe aan het groentemengsel. Zet het vuur laag en laat de omelet zachtjes garen.
Gebruik een groot deksel (zonder opstaande rand) om de omelet te keren als deze bovenop gestold is.
Heb je geen passend deksel? Snijd de omelet dan met een spatel in 8 stukken. Haal één stuk er voorzichtig even uit, keer de overige stukken en leg het laatste stuk dan terug.
Laat de omelet niet te lang bakken, daar wordt hij niet lekkerder (lees droog) van.