Brood bakken is niet moeilijk en kost als je het kneedwerk alleen telt niet zo vreselijk veel tijd. Of, zie het kneden als een training van je armspieren. In de tijd dat het deeg staat te rijzen kun je best iets anders doen. Combineer het met een rondje stofzuigen, of schoffel de tuin. Heb je geen tuin of geen zin in huishoudelijke karweitjes? Ga dan gerust een uurtje weg om een boodschap te doen of maak een wandelingetje. Je hoeft namelijk niet naast het deeg te gaan zitten wachten tot het gerezen is! Dat gaat vanzelf.
Het leuke van zelf brood bakken is ook de variatie. Maak eens iets feestelijks. Gebruik zaden en pitten. Of maak eens een breekbrood (recept) of kaneelbroodjes (recept).
Of, zoals op bovenstaande grote foto, geef het eens een andere vorm!
Als je het basisbrood (zie recept) eenmaal onder de knie hebt, gaat variëren bijna vanzelf. Het belangrijkst zijn de verhoudingen en het gebruik van verse ingrediënten.
Heb je geen weegschaal, of geen zin om alles af te wegen en wil je het toch eens proberen? Er zijn -ook in de supermarkt- heel veel kant-en-klaar broodmixen te koop. Zo ben ik ook ooit begonnen. Vaak zijn ze bedoeld voor de broodbakmachine, maar die hoef je daarvoor niet aan te schaffen! Het gaat ook zonder. Hou dan een aantal basisregels in de gaten:
- Houd je aan het recept. Ook als je het idee hebt dat het deeg te vochtig is, niet meteen bloem toevoegen. Vaak wordt het beter tijdens het kneden. Deeg moet een beetje plakken (denk aan post-its).
- Als je een mixer wilt gebruiken, stop er dan de deeghaken in en zet hem op de laagste stand.
- Kneed het deeg zeker gedurende 10 minuten met de hand. Oke, dat is lang, maar denk maar aan die workout. Deeg dat niet voldoende gekneed is, rijst ook niet goed. Door het kneden activeer je de gluten, die samenhang geven aan je deeg.
- Smeer de beslagkom in met olie, vorm het deeg tot een bal en draai het een paar keer om zodat de deegbal overal bedekt is met olie. Dek de kom af met een grote pedaalemmerzak en zet weg. Liefst op een warme plek, lekker in het zonnetje bijvoorbeeld, maar zeker op een tochtvrije plaats.
- Laat het deeg de eerste keer ongeveer één uur rijzen of langer. Het moet ongeveer eens zo groot geworden zijn. Ga in de tussentijd iets leuks voor jezelf doen.
- Als het deeg voldoende gerezen is, leg je hem op een met bloem bestoven aanrecht. Druk voorzichtig de lucht eruit. Je hebt nu een vierkante lap. Vouw de hoeken een voor een naar binnen. Draai een kwart slag en doe dat nog eens. Probeer het deeg strak aan te trekken. Heb je geen broodvorm, geen probleem, dan maak je een vloerbrood.
Voor een rond brood: draai je deeg om met de naden naar beneden (je heb nu een soort champignonhoedje). Vouw voorzichtig een stukje van de rand om naar de onderkant en ga zo door tot je de hele rand hebt afgewerkt. Op die manier bouw je spanning op in het deeg en krijg je straks een mooie ronde deegbal, die niet uit elkaar zakt tot een pannenkoek. Leg 10 minuten onder plastic om te rusten. Herhaal dan nog eens. Leg op een bakplaat bekleed met een siliconenmatje of bakpapier.
Voor een langwerpig brood of voor een broodvorm: druk je deeg met je knokkels uit tot een rechthoekige lap. Rol nu -zo strak mogelijk- je deeg op tot je een langwerpige rol hebt. Knijp de naden voorzichtig dicht, ook aan de zijkanten. Leg met de naad naar beneden op een bakplaat bekleed met een siliconenmatje of bakpapier. Of in de met olie licht ingevette broodvorm, ook met de naad naar beneden. - Tweede rijs: dek ook nu het deeg af met plastic. Gebruik hiervoor de pedaalemmerzak nog eens. Laat het brood rijzen tot het eens zo groot is geworden, ook nu weer ca. 1 uur. Gebruik je een broodvorm, dan komt het brood net boven de rand uit.
- Is het deeg voldoende gerezen, verwarm dan de oven voor op 230 graden (boven- en onderwarmte) en bak het brood in ca. 30 minuten gaar en bruin. Als je op de onderkant klopt moet het hol klinken. Laat afkoelen op een rooster en verpak pas in plastic als het helemaal is afgekoeld. Je kunt zelfgebakken brood ook heel goed invriezen!
Veel bakplezier!