Vanuit restjes ontstaan vaak de leukste gerechten. Zo had ik voor het bakken van de bladerdeeg appeltaart nog wat bladerdeeg over. Weggooien doe ik niet graag. Mijn appels waren gereserveerd voor de appeltaart, dus bleef er niets anders over dan een peer. Het werd uiteindelijk een peer in een jasje van bladerdeeg, eigenlijk een appelbol maar dan met peer. Kon ik mooi de citroensuiker uitproberen die ik gemaakt had (suiker vermengd met citroenrasp).

Wat vinden we ervan?
Goed gelukt, ziet er mooi uit. Als ik de peer doormidden snijd, is hij mooi gebakken. Niet te zacht. De smaak is prima, alleen van de citroensuiker proef je niet veel. De suiker is gesmolten en grotendeels er uit gelopen. Volgende keer een andere vulling gebruiken, bijvoorbeeld amandelspijs…
Wat heb je nodig (voor 2 stuks):
2 kleine harde peren*
3-4 velletjes bladerdeeg
2 el citroensuiker per peer
evt. citroensap
kaneel
1 ei, losgeklopt
Benodigdheden:
- deegroller
- appelboor
- 1 bakkwastje
- bakpapier of een bakvormpje
- siliconenmatje
Hoe maak je het:
Laat het bladerdeeg langzaam ontdooien, bijv. in de koelkast. Verwarm de oven nog niet voor, dit doe je later pas.
Leg 2 velletjes bladerdeeg op elkaar. Voor het uitrollen van het deeg gebruik ik een siliconenmatje. Dit is niet glad en glijdt niet weg. Bestrooi het siliconenmatje met bloem, zo ook het bovenste plakje bladerdeeg. Rol het bladerdeeg uit tot een grote plak. Heb je geen siliconenmatje, werk dan op het aanrecht. Keer het deeg tijdens het uitrollen regelmatig, zodat het niet aan het blad vastplakt. Gebruik evt. wat extra bloem.

Schil de peren, verwijder het klokhuis maar laat het steeltje zitten. Steek de appelboor aan de onderkant tot halverwege de peer. Haal het klokhuis er voorzichtig uit, gebruik evt. een mesje. Vul de peer met de citroensuiker of amandelspijs.
Zet de peer op het bladerdeeg, bestrooi met kaneel en besprenkel evt. nog met een beetje citroensap. Vouw het deeg er rond om heen. Snijd overtollig deeg weg, gebruik het losgeklopt ei om het deeg aan elkaar te plakken. Druk de naden goed aan.
Doe hetzelfde met de tweede peer.
Knip of snijd van het overtollig bladerdeeg enkele blaadjes en maak nerven met de achterkant van een mesje.
Kwast de peren in met ei en plak de blaadjes boven bij het steeltje.
Zet de peren in een bakvormpje of op een bakblik bekleed met bakpapier. Zet in de koelkast tot de oven op temperatuur is. Bladerdeeg bakt het mooist als het goed koud is. Vandaar dat ik het, zeker na de bewerkingen hier, in de koelkast weer even goed laat afkoelen.
Verwarm de oven voor op 220 graden Celcius, boven en onderwarmte.
Bak de peren in het midden van de oven in ca. 20-30 minuten gaar of tot het bladerdeeg goudgeel van kleur is.

* TIP: gebruik bij voorkeur peren die nog niet helemaal rijp zijn en nog stevig aanvoelen. Controleer dit door de peer bij de steelaanzet te testen op stevigheid. Is hij daar zacht, dan is de peer al te rijp.