Misschien vind ik bakken nog wel leuker dan koken. Ik kan het niet laten om telkens weer iets lekkers te maken van fruit en deeg. De laatste tijd is dat vaak bladerdeeg. Soms omdat ik een restje over heb als ik iets hartigs gemaakt heb. Soms als er onverwacht gasten komen, want dan is bladerdeeg handig om achter de hand te hebben. Je kunt er alle kanten mee uit en het is klaar voor gebruik.
Vandaag heb ik een restje bladerdeeg over. Voor het kerstdiner heb ik uienmarmelade gemaakt, die geserveerd wordt in bladerdeeg bakjes. Het bladerdeeg leg ik tot gebruik in de koelkast, dan is het makkelijker te verwerken.
Er ligt nog een kilootje peren, waarvan ik er 3 gebruik. Dit is ook een mooi moment om de citroensuiker die ik gemaakt heb te verwerken in de light-versie van de amandelspijs.
Wat vinden we ervan?
Belangrijk is het bladerdeeg eerst blind te bakken, de rand is mooi bros maar de bodem had nog iets langer gemogen. Volgende keer de steunvulling er uit halen en dan zonder nog even terugzetten in de oven. De citroensuiker smaakt geweldig in het amandelmengsel een geeft net een beetje een frisse toets aan de toch vrij zoete peren.
Wat heb je nodig:
3 handperen (niet te rijp)*
3-4 velletjes bladerdeeg
4 el amandelmeel
2 el fijne tafelsuiker
1 el citroensuiker (recept)
1/2 tl kaneel
bloem
1 el abrikozenjam
Benodigdheden:
- deegroller
- bakvorm, ca. 23 cm doorsnee
- bakpapier
- bakkwastje
- steunvulling (bijv. gedroogde erwten)**
Hoe maak je het:
Verwarm de oven op 225 graden Celsius boven- en onderwarmte (of 210 graden hetelucht). Laat het bladerdeeg ontdooien maar niet te lang. Beleg de bodem van de bakvorm met bakpapier. Bestuif je werkblad (of gebruik een siliconenmatje) met bloem. Leg de vellen bladerdeeg op elkaar (verwijder het plastic), bestrooi met bloem en rol uit tot ca. 1 cm groter dan de bodem van de vorm. Leg het deeg in de vorm en druk de randen een beetje naar beneden, zodat er een dikkere rand ontstaat. Leg een vel bakpapier op het deeg en vul het met de steunvulling.
Bak 15 minuten in het midden van de oven. Verwijder de steunvulling (let op deze is erg heet), en plaats de vorm nog 5 minuten terug in de oven.
Schil de peren, halveer ze maar laat het steeltje zitten (!) en verwijder het klokhuis voorzichtig. Snijd elke helft in waaiervorm: leg de peer met de bolle kant naar boven op een snijplank en snijd met een scherp mesje in de lengte vanaf 1/2 cm van de steelaanzet naar beneden. Let op dat je de plakjes niet los snijd, maar aan de bovenkant bij de steelaanzet aan elkaar laat. Doe hetzelfde met de andere helften.
Meng in een kommetje het amandelmeel met de suiker en de citroensuiker goed door elkaar.
Haal de vorm uit de oven. Verdeel het amandelmengsel over de bodem en bestrooi met de kaneel.
Leg nu de peerhelften in het amandelmengsel, met de bolle kanten naar buiten. Laat ze een beetje “uitwaaieren” voor een mooi resultaat.
Bak de taart nog ca. 15 minuten in de oven of tot het bladerdeeg goudbruin van kleur is.
Verwarm intussen in een pannetje de abrikozenjam evt. met een klein scheutje water. Haal de taart uit de oven en bestrijk de peren met de vloeibare abrikozenjam (gebruik hiervoor een bakkwastje). Heb je geen abrikozenjam, dan kun je dit ook vervangen door honing of ahornsiroop. Of maak een suikersiroop door (basterd)suiker met water te verwarmen en te laten koken tot de suiker is opgelost. Let op, want suikersiroop is erg heet!
TIP:
- Gebruik geen peren die te rijp zijn. Je kunt dit testen door de peren bij de steelaanzet in te drukken. Zijn ze hard, dan zijn ze prima te gebruiken. Zijn ze zacht en kun je ze indrukken, dan zijn ze al te rijp om mee te bakken of om ze langer te bewaren
- Steunvulling: bladerdeeg kun je het beste “voorbakken” met een steunvulling. Zeker als de vulling die je gaat gebruiken wat vochtig is, zal je bodem niet knapperig en waarschijnlijk ook niet helemaal gaar bakken. Voor steunvulling kun je speciale kleikorrels kopen in een kookwinkel. Maar je kunt ook heel goed gedroogde groenerwten gebruiken. Laat ze na het bakken wel eerst goed afkoelen in bijv. een vergiet voordat je ze opbergt in een afgesloten pot. Je kunt ze dan vaker gebruiken.
One thought