Voor elk ovengerecht heb ik wel een passende schaal of bakvorm. Denk ik… Dit zet ik er bij omdat ik telkens als ik in zo’n warenhuis naar binnen loop, bedenk dat ik juist dat ene leuke schaaltje nog mis. Manlief wordt helemaal gestoord van mij en roept dan steeds “maar je hebt toch al van die kleine schaaltjes?” Sommige dingen kun je beter in je uppie doen, dat blijkt dan maar weer.
Buurvrouw vroeg waar ik de preitaart in gebakken heb. Nou, ik heb het even nagekeken en er staat een stempel van de HEMA onder. Nu hoef je niet persé een quiche of hartige taart in een aardewerken vorm te bakken. Ik heb ook vaak de grote/kleine springvorm gebruikt of de vorm voor boterkoek. Dat maakt niet zoveel uit.
Wat belangrijk is:
- Bak je bijv. de tortillataart,
dan weet je van tevoren dat deze vrij zacht blijft. Die krijg je nooit uit een quichevorm. Dan gebruik je hiervoor dus een springvorm. Ook als je een hogere taart, zoals bijv. de aspergetaart of appeltaart
wilt bakken, dan kun je beter voor een springvorm kiezen. En wel om dezelfde reden: die hoge taart krijg je nooit heel uit de vorm. - Tweede punt is de inhoud of diameter van de bakvorm. Alle hoeveelheden zijn daar natuurlijk op afgestemd. Het is vervelend als je er op het laatste moment achter komt dat je niet voldoende deeg hebt!
Nu is er natuurlijk wel een wiskundige formule om de inhoud uit te rekenen, maar dat gaat me te ver. Dus voor het gemak houd ik me gewoon aan de maten. Tenzij ik echt, bijv. zoals bij de spinazietaart
de langwerpige vorm wilde gebruiken. De portie deeg (van het recept van de aspergetaart) die ik over hield -ongeveer de helft- heb ik ingevroren voor een volgende keer.
Wat de vulling betreft, over het algemeen doe ik dit op het oog. Voel je je daar onzeker over, zorg dan in ieder geval dat je een kleinere vorm neemt en geen grotere. Het ergste dat je kan overkomen is dat je vulling over houdt.
Veel bakplezier!