Terug van weggeweest

Het is alweer een tijdje geleden dat ik een recept geplaatst heb. Reden: we zijn op vakantie geweest! Een rondreis door Spanje en Portugal, met vooral veel genieten en weinig sociale media/tv/kranten.

Nu we thuis zijn van onze vakantie (7.000 km onder de wielen), is het wel weer even wennen. Aan het ritme van alledag, het donkere weer en ook aan alles wat weer “moet”. Zoals koken bijvoorbeeld ;-).

De Man is de typische Nederlandse vakantieganger: vlak voor vertrek wordt de voorraadkast geplunderd en alles wat maar mogelijk van pas zou kunnen komen gaat in een kratje om ingeladen te worden. Denk aan aardappelen, pasta, rijst, couscous, beschuit, crackers, vis in blik, tomaten in blik, soep, zoet broodbeleg en niet te vergeten snoepjes en koekjes.

Ikzelf ben gewoon vrouw: ik neem zo min mogelijk mee (althans wat eten betreft), zodat ik zoveel mogelijk (en niet alleen eten) mee terug kan nemen. De enige uitzondering op deze regel is dat alles wat binnen de zes weken op moet, wel mee mag.

Dus, hoe gaat dat: de Man zet een of twee volle kratten klaar. Ik haal daar de helft weer uit en wat overblijft gaat snel in onze mobiele keuken, zodat we niet de eerste de beste dag al naar een supermarkt moeten zoeken.

Maar ik vind niets zo leuk als op vakantie op de markt of in de plaatselijke super (zoals de Mercadonna in Spanje) op zoek te gaan naar koopjes.

Dit jaar heb ik onder andere gescoord: 3 liter superlekkere olijfolie, 2 kilo grof zeezout (voor 50 cent!), 2 kilo rijst (voor risotto of paella), 1 kilootje gewone rijst, 2 kilo couscous, de lekkerste ansjovis die ik ooit gehad heb, sherryazijn, sherry siroop (vergelijkbaar met balsamico crema). Ook heb ik citroenen geplukt van verdwaalde boom in een drooggevallen rivierbedding. Ook olijfbomen stonden er genoeg (van de gemeente), dus ik moet voor het volgend jaar toch eens opzoeken hoe je ze moet conserveren.
Olijfolie, olijven en kapperappeltjes koop ik het liefst op de markt, net als fruit. Sinaasappels en mandarijnen kopen we langs de weg, waar boeren een stalletje neerzetten en je een stuk goedkoper uit bent.

Met de granaatappel die ik mee naar huis bracht uit Spanje heb ik eindelijk de aubergines van Ottolenghi (uit het kookboek Plenty) gemaakt. Veel van de recepten zijn niet zozeer ingewikkeld, maar komen met een hele waslijst aan ingrediënten. Dit recept valt wat de ingrediënten betreft wel mee, is verder heel eenvoudig en kan eigenlijk niet mis gaan. De saus heb ik iets aangepast, want karnemelk hebben we nooit in huis. Je hebt hiervoor overigens geen hele granaatappel nodig, zelfs minder dan de helft. Bewaar wat je over hebt voor over een salade of serveer bij een nagerecht als vla of ijs.

En, met excuses voor de foto’s, want ik ben nog niet gewend aan het Nederlandse herfstlicht.

Wat heb je nodig (voor 2 personen):

• 1 grote aubergine
• 2,5 el olijfolie
• een klein bosje verse (citroen)tijm
• 1/2 tl za’atar of andere oosterse specerijenmix
• 1/2 granaatappel
• peper en zout

Voor de saus:

• 50 g Griekse yoghurt
• 1/2 el olijfolie + extra
• 1/2 el water
• 1/2 teentje knoflook
• snufje zout

Benodigdheden:

• passende ovenschaal
• bakpapier
• bakkwastje
• houten pollepel

Hoe maak je het:

1. Verwarm de oven voor op 200 graden (of 180 graden hetelucht). Je kunt ook goed de Airfryer gebruiken, verwarm deze dan pas op het laatst voor op 180 graden.
2. Was de aubergine en de tijm en dep deze droog. Snijd de aubergine in de lengte doormidden (het steeltje kun je niet eten, maar laat dit eraan dan ziet het er mooier uit). Snijd dan met een klein scherp mes schuin op de lengte beide helften in, maar zorg dat je niet door de schil snijdt. Herhaal dit vanuit de andere kant, zodat er een ruitmotief ontstaat.
   Kwast de snijkanten van de aubergines in met de olijfolie tot deze niet meer opgenomen wordt. Pluk of ris de tijmblaadjes van de takjes, maar houdt enkele takjes achter voor de garnering. Duw 1 theelepel blaadjes in de insnedes, bestrooi de aubergines met een beetje zout.
   
3. Leg beide helften in een met bakpapier beklede ovenschaal en plaats deze op een rooster onderin de oven. Bak de aubergines in 30 tot 40 minuten gaar. Controleer na 30 minuten of ze gaar genoeg zijn door er met de punt van een mesje in te prikken. Laat eventueel nog 10 minuten langer staan.
   Gebruik je een Airfryer, leg beide helften dan op een ingevet vel aluminiumfolie (geen bakpapier ivm brandgevaar!)
4. Maak in de tussentijd de saus. Roer de yoghurt met de olie los en verdun met een beetje water (zeker niet meer dan 1/2 eetlepel). De saus moet een beetje dik blijven. Rasp het teentje knoflook op een fijne rasp en roer door de saus. Breng op smaak met een snufje zout en eventueel enkele druppels citroensap.
5. Halveer de granaatappel. Maak van je handpalm een kommetje en leg hier de granaatappel met de snijkant naar beneden op. Houd je hand boven een kom om de pitten op te vangen. Sla nu met de bolle kant van de pollepel tegen de zijkanten van de granaatappel. Hierdoor zullen de pitten loskomen, laat ze tussen je vingers door in de kom vallen. Blijf meppen en draai de granaatappel iedere keer een stukje, totdat alle pitten eruit gevallen zijn.
   Er zullen ook wat witte velletjes meekomen, verwijder deze want ze zijn niet lekker.
6. Haal de gare auberginehelften uit de oven en laat ze afkoelen tot lauwwarm. Leg ze eventueel op een mooi bord of laat ze in de ovenschaal. Verwijder dan wel het bakpapier. Verdeel de saus over de aubergines en strooi de za’atar en de granaatappelpitten erover. Garneer met de overgebleven takjes tijm en besprenkel met een beetje olijfolie.

Bereidingstijd: 
Voorbereiden: 15 minuten
Bereiden: 35-45 minuten (incl. oventijd)

Serveertip:
Serveer de aubergines lauwwarm als voorgerecht.
Hoofdgerecht: couscous met (eventueel vegetarische) ratatouille en geroosterde worteltjes met specerijen. De worteltjes kunnen meteen met de aubergine de oven in. De ratatouille was in ons geval een rest van een dag eerder, ik maak hier graag een dubbele portie van.